donderdag 26 april 2007

Dakkapellen

Dakkapellen

HFDST 1 GESCHIEDENIS:

1.0) Historie:

De eerste vormen van een dakkapel zijn waarschijnlijk ontstaan vanuit de behoefte om een uitkijkpost vanuit het woongedeelte van kasteelachtige gebouwen te hebben.Daarnaast is door de bouwers van huizen uitgevonden dat een schuin dak voordelen heeft als het gaat om afwatering, maar dat dit nadelen heeft voor de bruikbare ruimte en de lichtomstandigheden.Om daar verbetering in te brengen is in de loop van de tijd een verscheidenheid aan uitbouwen aan schuine daken geïntroduceerd. (de dakkapel)Dakkapellen kunnen om drie redenen aangebracht worden:- om meer licht te brengen in de ruimte;- om meer bruikbare en beloopbare ruimte te creëren;- om beluchting van de ruimte mogelijk te maken.

HFDST 2 VERGUNNINGEN:

2.0) Wanneer mag er voor een dakkapel vergunningsvrij gebouwd worden?
Wanneer een vergunningsvrij dakkapel?

Voor het bouwvergunningsvrij mogen plaatsen van een dakkapel gelden de volgende voorwaarden:
1. de dakkapel moet op een bestaande woning of woongebouw worden geplaatst. Als tijdens de bouw van een woning toch nog wordt besloten om een dakkapel aan te brengen, dan kan dat niet bouwvergunningsvrij;
2. de dakkapel wordt op het achtervlak of op een zijdakvlak gebouwd. Dit zijdakvlak mag echter niet naar de weg of het openbaar groen gekeerd zijn;
3. de afstand tot de voorgevel van het gebouw is meer dan 1 meter;
4. de dakkapel heeft een plat dak;
5. de zijwanden van de dakkapel zijn ondoorzichtig;
6. de dakkapel is, gemeten vanaf de voet van de dakkapel, niet hoger dan
1,5 meter;
7. de onderkant van de dakkapel ligt meer dan 0,5 meter, maar minder dan
1 meter boven de dakvoet(1);
8. de bovenkant van de dakkapel ligt meer dan 0,5 meter onder de daknok(2);
9. de zijkanten liggen meer dan 0,5 meter van de zijkanten van het dakvlak(3);
10. de dakkapel mag niet gebouwd worden op een tijdelijke woning of woongebouw, zoals een woonkeet, of op een woonwagen. De dakkapel mag ook niet op een vakantiehuisje of een andere woning of woongebouw, dat niet permanent mag worden bewoond, bouwvergunningsvrij worden geplaatst;
11. de dakkapel mag niet gebouwd worden op een monument of in een door het Rijk aangewezen beschermd stads- of dorpsgezicht.

Als alleen voldaan wordt aan deze punten dan mag de dakkapel zonder bouwvergunning plaats vinden.

1) dakvoet: het laagste punt van een schuin dak.
2) daknok: het hoogste punt van een schuin dak.
3) bij rijtjeshuizen en twee-onder-één-kap woningen geldt de grenslijn tussen de woningen als zijkant van het dakvlak.

HFDST 3 ENKELE DAKKAPELLEN:

3.0) Soorten dakkapellen:

Standaard dakkapel: en een slepend dak:














Rieten dak: en de bolhoed:














HFDST 4 KOZIJNINDELING:

4.0) Kozijnindeling:
Aantal mogelijkheden van draai- kiepramen.


HFDST 5 ONDERDELEN VAN EEN DAKKAPEL:
5.0) De onderdelen van een dakkapel:

1) Verholen goot
Bij de meeste dakkapellen wordt er nog gebruik gemaakt van een loodslab om de aansluiting met het omliggende dak te maken, maar het kan ook met een goot die voor een waterdichte aansluiting en een nette afwatering zorgdraagt zoals bijvoorbeeld dit type dakkapel.

2) Zijwang
De zijwang van een dakkapel is meestal dicht en uit massief materiaal gemaakt. Soms komt er een zijraam in voor. Zeer belangrijk voor een zijwang is de isolatie en de aansluiting op het dakvlak.

3) Raampartij
De raampartij is een van de meest gezichtsbepalende elementen van de dakkapel. Steeds meer worden kunststof kozijnen toegepast. Vooral de toepassing van een draai/kiep constructie biedt veel gebruiksgemak.

4) Waterslag
De waterslag zorgt er voor dat ook bij stuifsneeuw en regen bij storm een goede waterdichte aansluiting wordt verkregen.

5) Loodslab
De loodslab zorgt voor een waterdichte aansluiting tussen de dakkapel en de omringende dakpannen. Goed "inkloppen" van het lood zorgt voor het wind- en waterdicht afsluiten.

6) Boeiboord
Het boeiboord dient niet alleen ter verfraaiing van de dakkapel, ook zorgt het ervoor dat op het dak van de dakkapel een opstaande rand ontstaat, die ervoor zorgt dat bij fikse regenbuien geen water over de rand stroomt.

7) Overstek
Het overstek dient niet alleen om de dakkapel een fraai uiterlijk te geven. De overstek zorgt er ook voor dat neerslag niet direct op de zijwangen en de raampartij terechtkomt, dit voorkomt vervuiling van die onderdelen.

HFDST 6 ISOLATIE EN CONSTRUCTIE:

6.0) Inleiding:

Dakkapellen worden in tegenstelling tot dakramen op het dakvlak geplaatst en kunnen onderscheiden worden in traditionele (ter plaatse vervaardigde) en geprefabriceerde dakkapellen.

De indekbreedte van dakkapellen is meestal circa 1990 mm, dit komt overeen met 10 OVH-pannen of 6,5 betondakpannen.
De variaties in panlengten worden meestal opgevangen door de afmetingen van het onderste gootstuk en/of loodslabbe.

6.1) Constructie:

Een dakkapel kan meestal een vrij 'eenvoudig' bouwwerk genoemd worden maar men moet er toch veel aandacht aan besteden. In het dak wordt een behoorlijke sparing gemaakt die tot wijzigingen in de bestaande dakconstructie leidt. Zo zal meestal de bestaande gordingstructuur aangepast worden. Deze bestaat in het gunstigste geval uit het verzwaren van de gording. Het is belangrijk om naast de doorbuiging van diverse balken ook rekening te houden met de stabiliteit en afschuifspanningen in de totale dakconstructie. De koppeling van het platte dak van de dakkapel zal meestal met balkankers plaatsvinden aan de gording in het dak, of aan een extra aangebrachte gording. Aan de kozijnzijde wordt veelal gekozen voor een dragend kozijn met daaronder een knieschot. De balklaag zal op dit kozijn zijn opgelegd of er zelfs overheen steken. Om voldoende weerstand tegen opwaaien te bieden, gebruikt men vaak hoekgrijpankers.

6.2) Isolatie:

Het aanbrengen van isolatie tussen dakplaat en dakbedekking heeft bouwfysisch de voorkeur. Deze constructie heeft als voordeel dat het dauwpunt in de isolatie ligt, op een plaats waar geen condensvocht kan ontstaan. Indien men toch voor isolatie aan de onderzijde kiest (kouddakconstructie) dient men de volgende regels toe te passen:
A) breng direct boven het plafond een dampdichte folie aan. Alles moet zeer zorgvuldig luchtdicht aansluiten, zodat er geen openingen zijn waardoor 'warme' buitenlucht in de bovengelegen ruimte komt met condensatie als gevolg;

B) er voor zorgen dat boven de isolatielaag een zwak geventileerde spouw aanwezig is, zodat aanwezig vocht kan wegventileren. Maak daarvoor luchttoetreding via het boeiboord en afvoer via de dakpannen mogelijk. Een doorlaat van 100cm3 /m2 wordt in het algemeen als voldoende beschouwd;

C) er voor zorgen dat de ventilatieopeningen van insectenwerend gaas zijn voorzien.

Een dakkapel moet voldoen aan de volgende thermische-isolatiewaarden:

Wand Rc 2,5 m2·K/W;
Dak Rc 2,5 m2·K/W;
Glas Rc 4,2 m2·K/W.

HFDST 7 ENKELE ASPECTEN:

7.0) Hoe wordt de aansluiting met het dak waterdicht:

Een waterdichte aansluiting met het dakvlak is belangrijk bij het plaatsen van de dakkapel.Om te bepalen welke afdichting nodig is wordt er gekeken naar de verschillende zijden van een dakkapel.

De bovenzijde
Voor het aansluiten van de bovenzijde aan het dakvlak wordt gebruik gemaakt van het materiaal waar het dakvlak uit is gemaakt. Is een zinken dak aangebracht, dan zal er vanuit dat zinken vlak een zinken slab doorlopen tot onder de boven de dakkapel aangebrachte dakpannen.
Een speciale vorm van aansluiting op het dakvlak van de bovenzijde van de dakkapel is het zogenaamd "slepend" bouwen van een dakkapel, waarin de al voor het overige dak gebruikte dakpannen doorlopen in de dakbedekking van de dakkapel. (zie hoofdstuk 3)

De zijwangen
Voor het aansluiten van de zijwangen van de dakkapel wordt meestal een strook lood gebruikt, ook wel een loodslab genoemd.Deze loodslab dient zorgvuldig passend op de omliggende dakpannen te worden ‘’ingeklopt’’.Een speciale vorm van aansluiten van de zijwangen op het dakvlak is de verholen goot.De onderzijde:De onderzijde van de dakkapel wordt meestal door middel van een loodslab aangesloten op het dakvlak. Ook hier geldt dat zorgvuldig ‘’inkloppen’’ op de aansluitende dakpannen noodzakelijk is.

7.1) Stevigheid:

Het aanbrengen van een gat in het dakvlak als voorbereiding voor het plaatsen van een dakkapel is een aangelegenheid die met zorg moet worden uitgevoerd.

Meestal lopen de dragende balken van de dakconstructie evenwijdig aan de nok, en zal voor het plaatsen van de dakkapel bij een of meer van deze balken een deel verwijderd moeten worden.Om de uiteindelijke constructie weer voldoende stabiliteit te geven zullen zogenaamde slapers worden aangebracht, die de losse delen van de doorbroken balk(en) weer met elkaar en de overige constructie verbinden.

7.2) Dakhelling:

De voorkomende dakhellingen liggen in het algemeen tussen de 30-60 graden. Hoe steiler het dak, hoe minder nuttig vloeroppervlak er aan de zolderverdieping wordt toegevoegd bij het plaatsen van een dakkapel.

HFDST 8 HET PLAATSEN VAN EEN DAKKAPEL:

8.0) Montage dakkapel:
1) dakpannen verwijderen;
2) daklatten doorzagen;
3) m.b.v. een kraan het dakkapel plaatsen;
4) het leiden naar de plaats van de dakkapel;
5) het vastzetten van de dakkapel;
6) zeer nette afwerking leveren;
7) zeer goede isolatie t.b.v. het dakkapel plaatsen, met name voor de zijwangen.


HFDST 9 PRIJZEN VAN DAKKAPELLEN:

9.0) De prijzen van een dakkapel:

De prijzen van een dakkapel worden bepaald door de breedte en de hoogte van de dakkapel, verder wordt de prijs nog berekend op het soort kozijn dat wordt toegepast.

HFDST 10 DETAILS:

10.0) Enkele details van een dakkapel:

1 opmerking:

dakkapel zei

best wel interessant,

als je nog meer informatie wil kijk op www.plaatseendakkapel.nl