zondag 10 februari 2008

Project Optoppen

Project Optoppen

Aan de Westzeedijk 399 te Rotterdam is het regio kantoor gelegen van de reclassering. De reclassering is dusdanig in omvang toegenomen dat de huidige behuizing niet meer geheel voldoet. Voor de korte termijn moet de indeling worden aangepast. na verloop van tijd zal de reclassering een andere huisvesting betrekken. Rijksgebouwendienst wil als eigenaar van het gebouw in overleg met de gemeente het betreffende pand renoveren en optoppen.

Voor dit project hebben zij het volgende programma vastgesteld:
De bestaande bebouwing moet gerenoveerd worden zodanig dat het gebouw geschikt is voor een flexibel gebruik als kantoorgebouw met verschillende aparte gebruikers, op het gebied van nieuwe media, per verdieping en moet voldoen aan de hedendaagse eisen met behoud van de oorspronkelijke architectonische uitstraling.
Om de financiele haalbaarheid te verhogen en de omgeving te verlevendigen wil men een horecafunctie toevoegen in de vorm van een bar restaurant op het gebouw. De optopping mag de architectuur van het gebouw niet aantasten maar moet wel als zodanig zichtbaar zijn vanaf de straat d.m.v. een spectaculaire uitkraging.

Plattegrond huidige situatie

Gevels en doorsnede huidige situatie

Plattegrond en gevels renovatie en optoppen

Plattegrond en doorsnede renovatie en optoppen


Complex gebouw

Complex Gebouw

Key words ontwerp: Churchillplein, S. Calatrava, complexiteit, autotuning, autoshowroom, duizelingwekkend, droombeeld, uitstraling, identiteit, transparantie, stijging/daling.

De locatie voor dit project is in de binnenstad gekozen. Een locatie op de centrumboulevard van Rotterdam: de Coolsingel. Daar waar deze de Blaak kruist komt de tuning garage te staan.

Project en programma.

De opdrachtgever wil een gebouw hebben dat veel publiek trekt en deels openbaar toegankelijk is. De positionering van het gebouw op de locatie is van uiterst belang. Aan de bestaande verkeersstromen op de locatie wordt een nieuwe toegevoegd. Klanten komen met hun auto binnen en vertrekken ook weer met de auto. Deze klanten willen graag gezien worden en het gebouw moet dit mogelijk maken. Naast de complexe verkeersstromingen rondom het gebouw bevinden zich in het gebouw ook verschillende stromingen. Bezoekers, klanten met auto, klanten zonder auto, garagepersoneel, kantoorpersoneel en aan- en afvoer van goederen moeten allen onder een dak functioneren. Een goed lopend organisatieprogramma is daarom van uiterst belang.

Het programma zal ongeveer 3000 m2 bevatten. De volgende ruimtes moeten in het gebouw aanwezig zijn:

- Showroom voor materialen en voorbeelden van getune-de auto's 250m2
- Entree en balie 100m2
- Werkplaats voor 10 auto's 500m2
- Tune-up cafe 150m2
- Magazijn/spuitcabine en testruimte 300m2
- Kantoren 100m2
- Dumpplek voor oude materialen en onderdelen.
- Ontwerpateliers 150m2
- Garage/stalling voor 30 a 40 auto's.




Ontwerp
Ontwerp 2
Ontwerp 3
Ontwerp 4
Vide
Showroom
Kantoor

Situatiemaquette
Situatiemaquette 2
Situatiemaquette 3
Doorsnede maquette
Doorsnede maquette 2

Geluid en gezondheid

Bouwfysica

Gevolgen geluid op de gezondheid van mensen.
1.0 Inleiding:

Geluid speelt in ons leven een belangrijke rol. Door middel van geluid kunnen we bijvoorbeeld met elkaar communiceren. We zijn ook in staat allerlei signalen uit onze omgeving op te vangen die nuttig zijn, bijvoorbeeld om ons op dreigende gevaren te attenderen. Onze ogen geven ons zeer gedetailleerde informatie over hetgeen zichtvoor ons bevindt. Wat achter ons bevindt, kunnen we met onze ogen echter niet waarnemen. Onze oren stellen ons in staat om ook dat deel van onze omgeving waar te nemen, zij het minder gedetailleerd dan met onze ogen.

Naast de vormen van gewenst geluid zijn er ook talloze vormen van ongewenst geluid. Dat is geluid dat vaak alleen maar ontstaat als bijproduct van andere activiteiten, zoals van de industrie of van het verkeer.

Grenswaarden zijn vastgesteld door onze volksvertegenwoordiging en vastgelegd in diverse wetten zoals de Wet geluidhinder, de Wegenverkeerswet, het Bouwbesluit en de Luchtvaartwet.
Zo is bijvoorbeeld de Wet geluidhinder in 1979 van kracht geworden. Ze beoogt de ongewenste neveneffecten van het geproduceerde geluid zoveel mogelijk te beperken. Op 1 januari 2007 is de gewijzigde Wet geluidhinder in werking getreden.

2.0 Geluid:

Geluid is voor horende mensen erg belangrijk maar wat is geluid nu precies.

Geluid is een trilling van de lucht die door het gehoororgaan wordt waargenomen en in de hersenen wordt omgezet in een gewaarwording.

De oorzaak van de trilling van de lucht noemen we de geluidsbron.

De bron brengt de lucht in zijn omgeving in trilling waarna deze trillingen zich als lopende drukgolven in alle richtingen willen verplaatsen. Bij een nadere beschouwing blijkt dat deze trillingen drukschommelingen veroorzaken. Het zijn drukschommelingen ten opzichte van de barometrische luchtdruk die we met ons gehoororgaan kunnen waarnemen: de gemiddelde barometrische druk is 1 bar = 105 Pa.


Er zijn talloze gevarenbronnen die bedreigend kunnen zijn op de werkplek, hieronder kan worden volstaan met
- Geluid;
- Elektriciteit;
- Straling;
- Struikelen, uitglijden en verstappen;
- Werken met machines en gereedschappen.

Het is belangrijk om op de hoogte te zijn van deze mogelijke gevaren en de wijze waarop ze kunnen worden aangepakt of beheersbaar worden gemaakt.
Lawaai kan veel problemen opleveren in de werksituatie. Om dit op de korte en lange termijn te voorkomen, moeten maatregelen genomen worden.

3.1 Geluid op de werkplek:

Schadelijk geluid komt vaak voor op de werkplek. Naar schatting staan in de industriesector meer dan 475.000 mensen dagelijks bloot aan geluid van 80 dB(A) of meer. Ook in de landbouw, bouw en beroepsgoederenvervoer komt schadelijk geluid voor. Een nog grotere groep mensen werkt in een omgeving waar het heersende geluidsniveau uitermate storend of hinderlijk is. Ten onrechte denkt men aan lawaai te wennen. Men denkt dat gehoorschade door te veel geluid geleidelijk ontstaat en wel weer herstelt, wat dus niet het geval is. In de volgende tabel is het aantal percentage werknemers aangegeven dat regelmatig bloot staat aan lawaai op het werk, naar sector.

Geluid ontstaat dus door trillingen in een medium, voortgebracht door een menselijke stem of bijvoorbeeld een orgelpijp via de lucht. Behalve lucht zijn er ook andere tussenstoffen die geluidstrillingen overdragen, zoals gassen, vloeistoffen en vaste stoffen.
3.1.1 Toonhoogte en geluidssterkte:

Toonhoogte (frequentie in Hertz = Hz) wordt bepaald door de hoeveelheid trillingen per seconde. Door trillingen wordt een boven- en onderdruk veroorzaakt. Deze verplaatst zich door de lucht als een geluidsgolf. Het drukverschil in de geluidsgolf bepaalt de geluidssterkte (volume), ook wel geluidsdruk genoemd (eenheid = decibel dB). Bij de bepaling van de geluidsdruk worden meetinstrumenten gebruikt, die dezelfde gevoeligheid hebben als het menselijk oor. Om deze gevoeligheid zo goed mogelijk na te bootsen wordt een speciaal filter gebruikt. Dit zogenaamde A-filter wordt als eenheid weergegeven met dB(A). De werking ervan berust op het gegeven dat het menselijk oor buiten het spraakgebied (1000-6000 Hz) minder gevoelig is.

Of lawaai hinderlijk is, wordt voor een groot deel ook bepaald door persoonlijke gevoeligheid. Er is veel onderzoek gedaan naar de effecten van hinderlijk geluid op mensen. Het is merkbaar hinderlijk als de confrontatie minder wordt, fouten worden gemaakt of als de nervositeit optreedt. Het prestatieniveau wordt lager en de ongevallenkans neemt toe.

3.1.2 Schadelijk geluid:

Vanaf een geluidsdruk van 80 dB(A) gedurende 8uur per dag, 40 uur per week wordt gesproken van schadelijk geluid en is het verstrekken van gehoorbescherming door de werkgever verplicht. Hoewel het gebruik aan de werknemer met klem wordt aangeraden ligt de draagplicht voorlopig nog bij een geluidsdruk van 85 dB(A) of hoger.
Hoe lang onbeschermd gewerkt kan worden zonder (ernstige) gehoorschade is in de volgende tabel aangegeven.
Wanneer we met meer geluidsbronnen te maken hebben, is het niet zo dat het geluidsdrukniveau rekenkundig verdubbelt. Wanneer twee machines een geluidsdrukniveau van elk 90 dB(A) hebben, is er een geluidsdrukniveau van 93 dB(A).Het is namelijk een logaritmische berekening die kan worden vereenvoudigd door gebruik te maken van de volgende gegevens.


3.1.3 Veilige afstandbepaling tot een lawaaibron.

Hierop kan de zogenaamde verdubbelingsregeling worden toegepast. Dat houdt in dat een verdubbeling van de afstand de geluidbron 6 dB(A) ‘’zwakker’’ wordt.

Bijvoorbeeld: Geluidbron:
pneumatische hamer = 110 dB(A)
1 meter = 110 dB(A)
2 meter = 110 - 6 = 104 dB(A)
4 meter = 104 - 6 = 98 dB(A)
8 meter = 98 - 6 = 92 dB(A)
16 meter = 92 - 6 = 86 dB(A)
32 meter = 86 - 6 = 80 dB(A)

Om een geluidsveilige afstand te houden moet men dus in een straal van 32 meter gehoorbescherming (laten) dragen!

Aan de hand van de geluidsdrukbepalingen wordt bekeken welke beschermingsmiddelen genomen moeten worden. Hierbij moet steeds worden uitgegaan van de bronaanpak. Wanneer het niet mogelijk is de apparatuur dusdanig geluidsarm te maken, zullen andere maatregelen genomen dienen te worden. Te denken valt dan aan omkastingen en geluidsisolatie. Pas in het laatste geval kunne gehoorbeschermingsmiddelen worden uitgereikt.

4.0 Gezondheid:

Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie is gezondheid een toestand van volledig fysiek, mentaal en sociaal welbevinden en niet alleen maar de afwezigheid van ziekte of gebrek. Omdat deze definitie in deze vorm niet bruikbaar is om normen te stellen en maatregelen te ontwerpen met betrekking tot de individuele en de collectieve gezondheid, heeft de Commissie Luchtkwaliteit van de Gezondheidsraad gezondheid gedefinieerd als een dynamische toestand van het organisme dat zowel fysiek als mentaal goed functioneert naar eigen wens en ook naar de mening van artsen, in aanmerking genomen de leeftijd en het geslacht van het individu, de algemene toestand van de bevolking waartoe het individu behoort, alsmede het actuele niveau van wetenschap en technologie en de daarop gebaseerde doelen van de gezondheidszorg en het volksgezondheidsbeleid, evenals de opvattingen en de culturele patronen van de samenleving. Volgens deze definitie is gezondheid geen objectief begrip. Ook individuele en maatschappelijke opvattingen bepalen wat onder een goede of slechte gezondheid te verstaan is. De definitie houdt ook in dat niet alleen klinische verschijnselen indicaties zijn van een slechte staat van gezondheid, maar dat ook hinder van belang is.

Er zijn verscheidende modellen ontwikkeld voor het beschrijven van de staat van gezondheid. De gezondheidstoestand van een individu of van een bevolking wordt bepaald door exogene factoren, endogene factoren en het volksgezondheidsbeleid. Deze factoren zijn niet onafhankelijk van elkaar. De leefstijl bijvoorbeeld, zal invloed hebben op de blootstelling aan milieufactoren en afhangen van de sociale omgeving.

De gezondheidsgevolgen van blootstelling aan fysische agentia hangen af van iemands gevoeligheid en dus van erfelijke of verworven eigenschappen.

Het volgende model beschrijft een model waarin gezondheid meer specifiek is gerelateerd aan blootstelling aan geluid. De oorzaak-gevolgketen is in drieën verdeeld: de blootstelling, de verwerking door het organisme, de gezondheidseffecten. De blootstelling van geluid hangt af van zogeheten determinanten. Het organisme ervaart de blootstelling en zal trachten zich te verdedigen.

De wijze van ervaring van de blootstelling wordt door verscheidene factoren bepaald, onder meer vertrouwdheid met het geluid, de relatie tussen het individu of zijn leefgemeenschap en de geluidbron, en de mate waarin het geluid persoonlijke bezigheden beïnvloedt. Het laatste deel van de keten is de invloed op de gezondheidstoestand. Endogene factoren zullen de waarschijnlijkheid en de ernst van het effect bepalen.


5.0 Gevolgen geluid op de gezondheid van mensen:

Systematische blootstelling aan lawaai heeft effecten op gezondheid en welbevinden. Niet geheel duidelijk is welke effecten ten gevolge van welke blootstelling kunnen optreden. Naarmate de effecten door een langere oorzaakgevolg reeks veroorzaakt worden zal het steeds moeilijker worden om een relatie te onderbouwen.
Zowel de Gezondheidsraad in Nederland als de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) hebben vastgesteld dat een te hoge geluidbelasting in de woon- en werkomgeving tot gezondheidsproblemen kan leiden.

Men kan langzaam doof worden, maar ook door de huidige geluidsniveaus in onze woonomgeving veroorzaken deze vooral hinder en slaapverstoring. Daarnaast kan blootstelling aan geluid leiden tot een verminderd prestatievermogen. Blootstelling aan geluid kan via lichamelijke stressreacties leiden tot een verhoogde bloeddruk en daarmee tot hart- en vaatziekten. Lichamelijke stressreacties manifesteren zich meestal pas na jarenlange blootstelling aan (zeer) hoge geluidsniveaus in woon- of werkomgeving.

Voor andere gezondheidseffecten van geluid, zoals aantasting van het hormoon- en immuunsysteem, psychische stoornissen en een verlaagd geboortegewicht, is de wetenschappelijke bewijslast nog onvoldoende.
Te veel geluid heeft niet alleen lichamelijke gevolgen: het geeft ook onrust en irritatie. Ook dat is slecht voor de gezondheid.

5.1 Sociale gevolgen van gehoorverlies:

Het belangrijkste sociale gevolg van gehoorschade is het onvermogen tot spraakverstaan onder alledaagse omstandigheden. Spraak is het voornaamste middel voor communicatie. Daarom is aantasting van het vermogen tot spraakverstaan een ernstige sociale handicap.

Bij een combinatie van leeftijdsafhankelijk gehoorverlies en gehoorverlies door lawaai op de werkplek, kan het proces van achteruitgang van het spraakverstaan zich over vele jaren uitstrekken. Het proces begint met verstaanbaarheidsproblemen in luidruchtige situaties (cafés, feestjes, lawaaiige bijeenkomsten). Vervolgens ontstaan moeilijkheden tijdens kerkdiensten, schouwburgvoorstellingen en publieke bijeenkomsten, zelfs wanneer de mensen met gehoorverlies zich vlakbij de spreker opstellen; anderen beginnen zich in dergelijke situaties de achteruitgang van het gehoor te realiseren. In de volgende fase gaan telefoongesprekken problemen geven terwijl in tamelijk rustige omstandigheden converseren moeilijk wordt, vooral wanneer onbekenden aan het gesprek deelnemen. Uiteindelijk wordt het bijna onmogelijk om de spraak van vrienden en familieleden te verstaan. Een vermindering van de gehoorkwaliteit is gedeeltelijk te compenseren via liplezen; dit gebeurt vaak zonder dat de gehandicapte luisteraar zich daarvan bewust is.
5.2 Stress:

De reacties op een stressor kunnen van psychologische, gedragsmatige en lichamelijke aard zijn. Psychologische effecten zijn angstgevoelens, depressie, frustratie, irritatie, woede, hulpeloosheid, verdriet en teleurstelling. Voorbeelden van gedragsbeïnvloeding door een stressor zijn sociaal isolement, agressie en overmatig gebruik van alcohol, tabak, drugs of voedsel. Psychologische en gedragsmatige stress kan direct en indirect van invloed zijn op fysiologische processen in het lichaam. Onderzoek naar aan stress gerelateerde gezondheidseffecten op lange termijn van blootstelling aan lawaai is voornamelijk beperkt gebleven tot hart- en vaatziekten.
5.3 Hart- en vaatziekten:

Epidemiologisch[1] onderzoek naar gezondheidseffecten op lange termijn die aan stress zijn gerelateerd, was tot dusver voornamelijk gericht op de bloeddruk van mensen die blootstaan aan lawaai op de werkplek. Er wordt geconcludeerd dat aanhoudende blootstelling aan lawaai op de werkplek kan leiden tot stijging van de bloeddruk en tot een verhoogde (bloed)druk. Aangetoond is dat dit kan optreden bij gelijkwaardige geluidniveaus gedurende de werkdag van ten minste 85 dB(A).Andere effecten van geluid zijn waargenomen bij mensen die gedurende de werkdag blootstonden aan extreem hoge gelijkwaardige geluidniveaus. Tot deze effecten behoren onregelmatige hartslag, snellere hartslag, versnelde stijging van de hartslag bij fysieke belasting en vertraagd herstel van de vaatvernauwing tijdens een geluidbelastingstest. Deze effecten worden overigens niet schadelijk voor de gezondheid geacht, gelet op de mate waarin de effecten door blootstelling aan lawaai optreden.

[1] Bij epidemiologisch onderzoek wordt nagegaan wat het verband is tussen het vóórkomen van een bepaalde ziekte en factoren die daar de oorzaak van kunnen zijn.

5.4 Psychosociale effecten:

Geluidhinder is een gevoel van afkeer, boosheid, onbehagen, onvoldaanheid of gekwetstheid, dat optreedt wanneer het geluid iemands gedachten, gevoelens of activiteiten beïnvloedt. De mate waarin een gegeven geluid hinder kan veroorzaken, hangt af van de fysische kenmerken ervan, waaronder het geluidniveau, spectrale samenstelling en variaties met de tijd. Deze variaties worden gekarakteriseerd in stijgtijd, duur en herhalingsfrequentie. Hinder hangt echter ook af van niet-akoestische factoren, zoals angst voor de geluidbron, de overtuiging dat anderen de blootstelling zouden kunnen verminderen, individuele gevoeligheid voor geluid, de mate waarin men zich in staat voelt het geluid te beheersen, of het geluid voortvloeit uit een nieuwe situatie of technologie en, in mindere mate, het besef dat de geluidbron ook andere problemen dan blootstelling aan lawaai veroorzaakt of dat de geluidbron te maken heeft met een economisch belangrijke activiteit.
5.4.1 Hinder in de werkomgeving:

Er zijn geen relaties aangetoond tussen geluidhinder tijdens het werk en het niveau van het geluid. Slechts een zeer klein gedeelte van de variabiliteit in de hinder op de werkplek is te verklaren uit variaties in de blootstelling aan geluid.

De volgende niet-akoestische variabelen hebben op de hinder tijdens het werk een veel grotere invloed dan
het geluidniveau:
- voorspelbaarheid, vermijdbaarheid en beheersbaarheid van het geluid;
- de houding van de werker ten opzichte van het geluid;
- taakeisen;
- individuele gevoeligheid.

Resultaten van epidemiologisch onderzoek wekken de indruk dat blootstelling aan hogere geluidniveaus tijdens het werk het arbeidsverzuim doet toenemen.

Mensen die op de werkplek geluidhinder ondervinden, vertonen na het werk een geïrriteerdheid die hun algemene welbevinden kan schaden. Personen die gevoelig zijn voor geluid, mensen die bang zijn voor bepaalde geluidbronnen en degenen die het gevoel hebben dat zij een geluidsituatie niet kunnen veranderen (d.w.z. zich aan machtsmisbruik ten prooi voelen) hebben een verhoogde kans op ernstige geluidhinder.
5.5 Slaapverstoring:

Externe factoren zoals geluid op de werkplek kan de slaap op diverse manieren beïnvloeden:
- vermindering van de slaapkwaliteit;
- verstoring van het functioneren of het prestatievermogen de volgende dag;
- verstoring van het humeur de volgende dag.

Uit onderzoek is gebleken dat blootstelling aan geluid een significant effect kan hebben op het prestatievermogen. Geluid kan bij proefpersonen, terwijl ze een opdracht uitvoeren, de waakzaamheid verlagen, de keuze van de strategie nadelig beïnvloeden en de aandacht voor de opdracht verminderen. Ook kan geluid het sociale gedrag beïnvloeden, het spreken hinderen evenals de communicatie, en de aandacht voor sociaal relevante gebeurtenissen doen verslappen. Als een opdracht auditieve signalen bevat die door lawaai worden gemaskeerd, zal dit effect hebben op de uitvoering van de opdracht.
6.0 Conclusie:

Er mag geconcludeerd worden dat hinder door geluid op de werkplek, gehoorverlies door geluid op de werkplek, en slaapverstoring de belangrijkste gevolgen zijn van blootstelling aan geluid.

Gehoorverlies door geluid op de werkplek is te voorkomen via naleving van bestaande wettelijke voorschriften, bestrijding van de bron en geluidsisolatie als laatste redmiddel is er gehoorbescherming.
De meeste andere gevolgen van blootstelling aan geluid, zoals ischemische hartaandoeningen, hypertensie en opname in psychiatrische ziekenhuizen, treden pas op bij betrekkelijk hoge geluidniveaus. Het lijkt mogelijk ze te voorkomen door het inachtnemen van bestaande wettelijke grenswaarden, in de werkomgeving.

Gebouw en Maatschappij

Gebouw en maatschappij

In deze opdracht draait het om het volgende:

- het leggen van een relatie tussen het te ontwerpen gebouw en de maatschappelijke context.
- het formuleren en inzetten van sociale tendensen en randvoorwaarden in het ontwerpproces.
- het ontwikkelen van concepten voor het ontwerp op basis van onderzoek.
- het toepassen van nieuwe technische ontwikkelingen om maatschappelijke problemen op te lossen.

De locatie is het driehoekige parkeerterrein naast de HRO.

De Omstreden Driehoek





Methode en Analyse

Het analyseren van de relatie tussen gebouw en stedelijke omgeving.

Leg door middel van analysetechnieken de stedenbouwkundige en architectonische ontwerpkeuzen bloot die betrekking hebben op de relatie tussen het gebouw en de stedelijke omgeving.

Het te kozen gebouw is het Fortis Office aan de Blaak.